Bolle Jan 01-06-2013
Dieppe – Fécamp
Tijdens onze reis naar
Fécamp deden zich niet echt bijzondere incidenten voor. We
vertrokken vroeg, kwamen om twaalf uur aan en moesten uiteindelijk
nog twee uur wachten om het haventje binnen te varen. (Fécamp is een
getijde haven en je kan er alleen met hoog water binnenvaren)
Uiteindelijk zaten we halverwege de middag al aan het bier en werd
het een lui dagje. Misschien is het daarom wel aardig om iets te
schrijven over bolle Jan, dat grote fokzeil waarmee we een deel van de
afstand naar Dieppe hebben afgelegd. Naar Fécamp voeren we trouwens
ook een stuk met bolle Jan en helemaal off topic is het dus niet.
Voordat ik aan deze reis
begon had ik al eens van bolle Jan gehoord. Op de Friese meren heb ik
het zeil eerder gezien. Ik zag toen een klein bootje met een
onnatuurlijk groot soort zeil. “Daar gaat bolle Jan”, werd me
gezegd. “Die kan je alleen opzetten met weinig wind. Daar moet je
mee oppassen, want dan ga je knetterhard en is het moeilijk koers
houden.” Pas tijdens deze reis begreep ik dat de bootjes die ik
toen zag uitgerust waren met een Spinaker, een heel ander soort zeil.
Maar respect voor bolle Jan was er sindsdien wel.
Speciale zeilen als bolle
Jan kan je alleen gebruiken als de wind uit een bepaalde hoek komt.
Wind kan op drie manieren richting de boot waaien. Hij kan van
achteren komen (voor de wind), hij kan van voren komen (aan de wind)
en hij kan van de zijkant komen (ruime wind/ halve wind)Bolle Jan is
een echte halfwinder. Tijdens onze tocht naar Dieppe veranderden we
op een gegeven moment een aantal graden van koers, waardoor de wind
met halve wind in de zeilen blies. Bovendien waaide het niet erg
hard. Tijd voor bolle Jan.
Op het moment dat die
beslissing werd genomen zat ik aan het sturen. Ik kneep in het stuur
en verwachtte dat ieder moment sterke G-krachten me uit mijn baan
zouden slingeren. Mijn zorg werd enigszins bekrachtigd door Dirk. Hij
mompelde iets van “Amai, bolle Jan. Dat wordt weer heel heftig
zeilen.” Toen Sam, Cees en Dirk naar het voordek liepen om het zeil
vast te maken keek hij ook nog even om. Een laatste blik van Dirk
voor het opzetten van het zeil.
Lichte teleurstelling was
er dus wel toen de boot helemaal niet negentig graden schuin
getrokken werd. We gingen wel iets harder, maar de boot kon daardoor
alleen nog maar beter bestuurd worden. Wat een eitje. “Gaat hard
he?”, zei Cees. We gingen inderdaad twee knopen harder. Ik nam er
in ieder geval een kopje koffie bij.
Het respect voor bolle Jan
is sindsdien behoorlijk afgenomen. Ik denk nu heel makkelijk over dat
zeiltje. Doen we wel even, eitje. Dirk noemt het zeil nu zelfs zijn
kamergenoot. Hij slaapt in de zeilkamer en hij en bolle Jan zijn
blijkbaar goede maatjes. In diezelfde kamer ligt trouwens ook een
Spinakerzeil. Dirk spreekt daar met veel respect over, maar ik ben
lang niet zo geïntimideerd. Doen we wel even, eitje. Neem ik vast
een kopje koffie bij.
Tip van de dag: “Wringende
landvasten doen de slaap sterk bekorten” Dirk Moons (Dirk werd
naar het schijnt al dagen in zijn slaap gestoord door nachtelijke
bootgeluiden. Aan het einde van de dag ging hij nog speciaal de
touwen opnieuw vastmaken, want het kraken van de ankertouwen hielden
hem uit z'n slaap. Ik geef toe dat deze tip/ opmerking niet echt met
zeilen te maken heeft, maar de mooie ezelsbruggetjes maken hier aan
boord steeds meer plaats voor slap geouwehoer.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten