Nachtzeilen 06-06-2013/
07-06-2013
Cherbourg - Brest
Eergisteren vertrokken we
naar Brest en maakte de boekaniers crew z'n langste reis tot nu toe
(een soort grote finale voor de reis naar La Coruna). Er is veel te
vertellen over die reis. Over de grote oversteek naar de Bretonse
kust, over de race naar de race bij Alderney, over de getijde
stromingen etc. In dit blogstukje wil ik echter iets vertellen over
het zeilen 's nachts.
Nachtzeilen heeft iets
heel speciaals. Normaal kan je je op zo'n boot prima oriënteren,
maar 's nachts zie je eigenlijk niets om je heen. De lichtjes van de
boten, boeien en vuurtorens zijn je enige oriëntatie. Je bent bij
het varen geheel afhankelijk van je navigatie apparatuur. Bovendien
doe je het zeilen niet met de hele groep, maar in clubjes van twee
die wacht houden. Je lost daarbij om de vier uur af. Ik had erg
uitgezien naar het nachtzeilen, maar had ook een beetje pech want ik
zat in de shift van vier tot acht. De 'hondenwacht' (12 tot 4) werd
gedaan door Cees, Dirk en Joke.
De zon ging om iets over
negen onder en zodoende had ik al een en ander meegekregen van het
nachtzeilen. Vooral met betrekking tot het varen met behulp van
instrumenten. Ik maak normaal vooral gebruik van de windmeter, maar
tijdens het nachtzeilen viel het witte naaldje door licht weg
waardoor sturen nogal bemoeilijkt werd. Bovendien kon je niet
inschatten wanneer de boot schokken ging krijgen door de golven. En
dat met een koers voor de wind (wind komt vanachter). Spannend
allemaal. Toen ik om twaalf uur naar m'n kooi gestuurd werd, had ik
er goed zin in. Wat zou de nacht van vier uur brengen?
Slaap is erg belangrijk
als je in ploegen loopt en ik had me voorgenomen om veel te gaan
slapen. Dat viel echter tegen. Ik sliep in de punt van de boot en
werd door de gang van het schip constant heen en weer geslingerd.
Geen enkele slaapstrategie werkte. Op je buik met een armhaak om een
kussen, oprollen tot een worst in een hoek, klemmen tussen twee
wanden... het maakte niet uit. Ik vloog heen en weer door die boot.
Bovendien schuurde een sleutelbos door de kastjes. Ik telde de uren
af. Eén uur (nog drie uur slaap), twee uur (nog twee uur slaap),
half drie (ach ik kan nog wel een uurtje..), vier uur (kak ik moet
op). Honds chagrijnig verscheen ik aan dek. En het hielp natuurlijk
niet dat m'n maat Sam prima geslapen had in de kapiteinshut.
De nachtelijke hemel was
geheel bewolkt en helaas kon ik dus geen sterren meer zien. Er was
weinig wind, zo'n twaalf knopen. Bovendien kwam die wind steeds in
vlagen, waardoor de boot steeds werd weggezet. De golven maakten het
ook niet makkelijk. Sam en ik hebben allerlei trucs uitgehaald om de
boot in beweging te krijgen, maar het hielp allemaal niks. De
snelheid liep terug en bleef teruglopen. Ik weet het niet van Sam,
maar wat betreft zeilen was het nog nooit zo slecht gegaan.
Toen het eerste licht daar
was konden we eindelijk een beetje zien waar we mee bezig waren.
Tegen die tijd nam de wind ook wat toe en konden we toch weer
behoorlijk vooruit. Ook de hondenwacht scheen het overigens niet
gemakkelijk gehad te hebben. Ze hebben 's nachts nog allerlei
zeilmanoeuvres uitgehaald en Cees bleek evenveel moeite gehad te
hebben met het lezen van instrumenten als ik. Volgende keer ga ik
toch maar eens een beetje opzien tegen het zeilen bij nacht. Het
heeft iets moois, maar je moet wel weten wat je doet!
Tip van de dag: “Wie
een schip bombardeert voor een ander vaart er zelf op.” Dirk
Moons (terwijl hij de gezonken schepen bij Brest omzeilde)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten